De deur des doods

Op 27 maart 2015

Vliegtuigrampen, ze gebeuren. Echter in de wetenschap dat er dag en nacht duizenden vliegtuigen in de lucht hangen, is vliegen nog steeds een zeer veilige vorm van reizen. De kans dat je als passagier omkomt bij een vliegtuigcrash is 1 op 1.600.000. Die kans op sterven neemt 250 keer toe wanneer je in ons land in een auto stapt. Dat levensrisico wordt plots 1 op 6.400. Ik heb niet direct de indruk dat we daar veel stil bij staan als we ons naar ons werk haasten, vlug de kinderen ergens naartoe brengen, of gewoon ons zondagnamiddag uitstapje plannen. Verkeersdoden, elke familie wordt er wel eens mee geconfronteerd. Vorig jaar vielen er op de Belgische wegen 715 doden. Auto, moto, fiets, te voet,... In 2013 waren dit er nog 724. Een lichte daling zo je wilt, maar gemeten tegen het menselijk leed dat dit alles veroorzaakt nog steeds 715 te veel. In 2001 stond de teller nog op 1.486. Een halvering dus op een decennium. Minister Ben Weyts had minder reden voor optimisme, want Vlaanderen kende tussen 2014 en 2013 een stijging. Terwijl de cijfers voor Vlaanderen een halvering weergaven tussen 2000 en 2012, van 817 naar 384, trad voor 2013 een stagnatie op. Ook 384. Vorig jaar kenden we voor het eerst een stijging: 400. Slachtoffers die meegenomen worden in deze statistieken zijn zij die ter plaatse overlijden, of 30 dagen na het ongeval. Mensen die later sterven of levenslang verminkt blijven en op latere leeftijd toch vervroegd sterven ten gevolge van, worden niet meegenomen. Mensen als mijn vader, een ongeval op 28-jarige leeftijd, heel zijn leven zwaar invalide en ten gevolge van al dat leed en pijn op 67 jaar overleden, zal je niet terug vinden in zulke statistieken. Het leed is er echter niet minder om. Vlaams minister van Mobiliteit Ben Weyts (N-VA) spreekt op De Standaard website van ‘gitzwarte cijfers’ en van een ‘rampjaar’. ‘Voor een structurele daling van het aantal verkeersdoden hebben we structurele maatregelen nodig. Een beetje morrelen in de marge zal niet volstaan: het laaghangend fruit is al lang geplukt. Ik wil structureel ingrijpen.’ Maar terug naar de vliegtuigcrash van dinsdag. Het grijpt ons bijzonder aan. Zeker als het zo dicht bij ons is. In Europa. Of wanneer er landgenoten bij betrokken zijn. Of schoolkinderen. Of wanneer het een vluchtroute betreft die ook wel eens door ons genomen wordt. Düsseldorf, een luchthaven die ook bij Kempenaars, gelet op de niet te grote afstand, in hun actieradius ligt. En Barcelona? Een favoriete citytrip voor velen. De omstandigheden van dit vliegtuigongeval grijpt ons helemaal naar de keel. Waar de deur tussen cabine en cockpit vergrendeld wordt om de passagiers te beschermen voor eventuele kapingen of andere terroristische acties, waar het een bescherming hoort te zijn, werd het nu de deur des doods. De piloot die na het toiletbezoek door zijn co-piloot de toegang ontzegd wordt en waarbij deze laatste alle 150 zielen laat craschen. Geen mechanisch defect. Geen aanslag. Geen abnormale weersomstandigheden. Gewoon een gek, waarin zowel de vliegtuigmaatschappij als de passagiers vertrouwen hadden, aan het stuur die het lot bezegelt van… Er zijn geen woorden voor. We kunnen grote theorieën verkondigen in de vorm van: had men zus, had men zo,… We kunnen alleen ons hoofd buigen voor zoveel waanzin. En het moet ons nederig leren zijn. We kunnen ons op veel voorbereiden. We kunnen veiligheidsvoorschriften uitwerken en ten uitvoer brengen tot in het absurde toe, maar de waanzin? Ze kent geen grenzen…

Kris Van Dijck

Hoe waardevol vond je dit artikel?

Geef hier je persoonlijke score in
De gemiddelde score is