Programma 2024

VOORWOORD

Beste Desselaar, De gemeenteraadsverkiezingen van 13 oktober zijn wel zeer speciaal. Niet alleen de spelregels wijzigen, maar ook de wijze waarop wij ons, N-VA en cd&v, aan jou aanbieden kan je op z’n minst historisch noemen. Voor het eerst ben je niet verplicht om deel te nemen aan de verkiezingen. Toch doen wij een oproep om dat zeker wel te doen. Jij bepaalt immers wie Dessel de volgende zes jaar bestuurt en welk programma dat je daarmee wil gerealiseerd zien. Dessel is bovendien meer dan de gemeente- en OCMW-raad.

Achter onze 21 kandidaten staat een hele ploeg klaar die mee aan de slag wil in STORA, Lokaal Fonds, Sportinstellingen Dessel en Buitenschoolse Kinderopvang. Een ploeg die ook steeds verder uitbreidt en nieuwe mensen aantrekt. Door de handen in elkaar te slaan voor de verkiezingen, in kartel te gaan en samen met inspraak van vele Desselaars een programma te schrijven, zie je echt wat je krijgt na de verkiezingen.

Bij ons geen voorakkoorden zodat je niet weet wat er na verkiezingszondag gebeurt. Op onze verkiezingslijst ook een mengeling van tientallen jaren bestuurservaring en vernieuwing en verjonging met wie we resoluut voor een meerderheid willen gaan.

Het is aan jou om de keuze maken. Vertrouwen stellen in deze groep die steeds openstaat voor vernieuwing, oor heeft voor de Desselaar en met een berg ervaring Dessel al decennia bestuurt of het avontuur.

Jij beslist. Wij kunnen alleen ons best blijven doen.

Kris Van Dijck Lijsttrekker Kandidaat Burgemeester 

Algemeen beleid

De gemeente- en OCMW-raad zijn het hart van de lokale democratie. Raadsleden worden gekozen door de burgers, vertegenwoordigen de hele gemeenschap en moeten hun verantwoordelijkheid kunnen en durven opnemen. Het is in de eerste plaats aan hen om het beleid vorm te geven en de inwoners uit te leggen waarom bepaalde beslissingen genomen worden. Met hen in dialoog te gaan.

Voor de burger moet het duidelijk zijn wat voor de gemeenschap het voordeel is van de keuzes die gemaakt worden. Wat het algemeen belang het beste dient. Als lokaal bestuur handelen we dan ook vanuit het principe van goed rentmeesterschap. Goed bestuur is evenwel niet enkel voor de gemeenschap, maar ook van en door de gemeenschap. We geven onze inwoners kansen om samen of zelfstandig initiatieven te nemen.

De lange termijn houden we ook voor ogen. Geen maatregelen die alleen maar belastend zijn voor de komende generaties.

1. Inspraak en participatie

1.1. We organiseren fysiek of digitaal informatie- en participatiemomenten voor de bevolking, Communiceren doen we via diverse kanalen om voor iedereen zo toegankelijk mogelijk te zijn. Dit doen we in nauw overleg met adviesraden en personeel.

1.2. Alle raadsleden en hun fracties krijgen voldoende faciliteiten en informatie om hun werk te doen. Dit zowel digitaal als naar toegankelijkheid van het gemeentehuis.

1.3. STORA is een belangrijke bondgenoot en zorgt voor een grote meerwaarde voor onze lokale gemeenschap. Met veel zorg zetten we het partnerschap verder.

1.4. Door zowel het aanbieden van lessen als het installeren van wifi- en internetmogelijkheden hebben we zoveel mogelijk mensen mee in de digitalisering. We ondersteunen initiatieven als Digidak en bouwen digipunten uit

1.5. Onze nieuwe inwoners worden beter verwelkomd, we laten hen kennis maken met de kansen die er op alle vlakken in onze gemeente liggen en nodigen hen uit actief te participeren aan het gemeenschapsleven

2. Het lokaal bestuur als sterk bedrijf

2.1 Het gemeentelijk bedrijf moet een transparante en slagkrachtige organisatie zijn, met een eigentijds personeelsbeleid en een sterke focus op klantvriendelijkheid. Lokaal bestuur Dessel is er voor de inwoners, verenigingen en bedrijven. 

2.2 We trachten zoveel mogelijk met één-loket-functies te werken zodat mensen niet van het kastje naar de muur worden gestuurd.

2.3 Als lokaal bestuur helpen we iedereen zo neutraal en objectief mogelijk verder. We bieden zoveel mogelijk maatwerk aan burgers, verenigingen en bedrijven aan.

2.4 We doen niet alles alleen. Waar nodig of nuttig worden opdrachten uitbesteed.

2.5 Efficiënt en modern werken, houdt ook in dat we investeren in informatica en digitalisering alle kansen geven. Steeds vanuit het besef dat het een voordeel moet opleveren voor organisatie, burgers en bedrijven.

2.6 Zonder in te boeten op de dienstverlening, verlagen we door slimme besparingen de structurele werkingskosten tot het minimum en we hanteren een optimale personeelsbezetting.

2.7 Een optimale dienstverlening voorzien voor de inwoners vergt voortdurende en aanzienlijke inspanningen van de medewerkers. Bovendien krijgt de gemeente er steeds nieuwe taken bij. Hierbij dient onderzocht te worden wat voor onze Desselaars het beste is en hoe we, indien het een groter verhaal moet worden, toch de eigenheid van Dessel en Witgoor kunnen behouden. Een participatief proces lijkt ons hiervoor een veel sterker middel dan een klassieke volksraadpleging.

FINANCIEEL BELEID

Een gemeente besturen kost geld en vereist een degelijk financieel beleid. We werken immers met het geld van de burger. Dit betekent niet alleen een evenwichtig budget, maar ook voorkomen dat toekomstige generaties worden belast.

Grote financiële risico’s vandaag, leggen een last op toekomstige inwoners. Dat willen we ten allen tijden vermijden. We beoordelen voortdurend of nieuwe en bestaande initiatieven passen binnen de gemeentelijke taken. Een kerntakendebat en toetsing is dan ook steeds noodzakelijk.

3. Transparante financiering

Niet alle grote investeringen kunnen direct betaald worden, schulden aangaan is dan ook normaal. Echter een grote schuldenlast doorschuiven naar de toekomst en de generaties die na ons komen doen we niet.

3.1 Naast de verplichte financiële normen hanteren we eigen lokale normen. Zo houden we de schuldenlast bewust onder het gemiddelde van alle Vlaamse steden en gemeenten en streven we elk jaar naar een positief saldo.

3.2 We hanteren langetermijncriteria om de betaalbaarheid van leningen te waarborgen, ook voorbij het zesjarige meerjarenplan.

3.3 We lenen niet om werkingstekorten te dekken. Verliezen op de dagelijkse werking vereisen bezuinigingen en ook geen belastingverhogingen.

3.4 We vermijden leningen waarbij terugbetaling pas aan het einde van de looptijd plaatsvindt, om begrotingsverdoezeling te voorkomen.

3.5 We houden zicht op de totale schuld en de evolutie ervan en communiceren dit transparant aan raadsleden en inwoners.

3.6 Voor infrastructuurwerken zijn we voorzichtig met publiek-private samenwerkingen (PPS) evenals met Design Build Finance Maintain & Operate (DBFMO) constructies. Er moet derhalve een duidelijke meerwaarde zijn.

3.7 We spreiden risico’s door beleggingen te verdelen en niet alles bij één speler onder te brengen. We hanteren daarbij een defensief beleggingsprofiel, vermijden risicovolle investeringen en geven voorkeur aan financiële zekerheid boven winstbejag. 

4. Belastingdruk

Om een gemeente te besturen heb je inkomsten nodig. Buiten toelagen en dotaties (o.a. van Vlaanderen) heft de gemeente belastingen. Dit doen we op een transparante en doordachte wijze waarbij we de druk op burgers en ondernemingen zo laag mogelijk houden. Maar er zijn grenzen. Als je de belastingen verlaagt, dan heeft dat zijn onmiddellijk gevolg voor de dagelijkse werking en de investeringen. Minder geld is minder werken, minder investeren en is minder doen.

4.1 We streven naar een sterke financiële positie en volgen de financiële situatie zorgvuldig op. Ingrepen moeten een evenwicht tussen inkomsten en uitgaven bewaken.

4.2 Verhoging van gemeentelijke belastingen gebeurt alleen als het echt noodzakelijk is en er geen alternatieven zijn.

4.3 Sturende belastingen worden ingezet om een bepaald gedrag te beïnvloeden (bijvoorbeeld leegstandbelasting om leegstand tegen te gaan) en opbrengsten daarvan worden besteed aan gerelateerde doelen.

4.4 We beperken het aantal belastingen en voorkomen fiscale versnippering door belastingen te groeperen. Dit verhoogt zowel de transparantie als de administratieve efficiëntie.

4.5 Belastingen moeten eenvoudig te begrijpen zijn; complexe reglementen worden verduidelijkt met een informatieve nota en een lijst met veel gestelde vragen.

4.6 Onze belastingreglementen bevatten eenvoudig controleerbare criteria, bij voorkeur gebaseerd op betrouwbare documenten zoals facturen of plannen.

4.7 Belastinginkomsten uit de nucleaire sector en witzandontginning helpen de belastingdruk op inwoners laag te houden. Het zijn echter ook geen onuitputtelijke hulpbronnen.

4.8 We kijken toe dat het Lokaal Fonds wordt ingezet voor duurzame projecten die de gemeenschap ten goede komen.

4.9 Het budget wordt in nauw overleg met de diensten opgesteld die borg staan voor de juiste info.

4.10 Verkozen mandatarissen en het managementteam zorgen samen voor een weloverwogen budget en meerjarenplanning. 

5. Investeringen

Investeringen hoeven niet volledig uit eigen middelen te komen. Voor een ambitieus beleid gebruiken we niet alleen overschotten, we gaan ook leningen aan als de investering voor vele jaren geldt. We streven naar een doordacht en duurzaam investeringsbeleid (inclusief te bekomen subsidies) met een duidelijk toekomstbeeld.

5.1 Aan het begin van de legislatuur stellen we doelen vast waardoor we de investeringsdiscipline waarborgen.

5.2 Bij investeringsprojecten nemen we alle toekomstige kosten, zoals onderhoud en exploitatie, mee in de analyse om te zorgen voor een gedegen financiële planning.

5.3 We voorkomen verval van gemeentelijk patrimonium door regelmatig onderhoud van gebouwen, wegen en groenvoorziening. Vanaf de start betrekken we alle nodige diensten.

5.4 Bij projecten met impact op andere gemeenten zoals mobiliteit stemmen we alle elementen gemeente-overschrijdend af.

5.5 Bij werkzaamheden waarbij externe partners, zoals nutsmaatschappijen, betrokken zijn, coördineren we alles zo goed mogelijk zodat deze werken naadloos aansluiten bij hun investeringsritme. 

6. Subsidie

We willen een transparant subsidiebeleid met objectieve criteria. Subsidies zijn niet de enige manier om verenigingen en innovatieve burgers te ondersteunen, maar de toekenning ervan moet steeds zorgvuldig gebeuren. Het gemeentebestuur moet ook externe financieringsmogelijkheden voor eigen projecten onderzoeken en vermijden subsidies te missen. Projecten opzetten met als enig doel subsidies te bekomen, doen we niet.

6.1 We vermijden meerdere subsidiestromen voor dezelfde vereniging en bevorderen duidelijkheid door één enkele subsidie toe te kennen.

6.2 Onze subsidiereglementen bevatten verantwoordingsbepalingen om verenigingen aan te sporen hun verantwoordelijkheid op te nemen en de meerwaarde van de toegekende subsidie aan te tonen.

6.3 Subsidies worden op basis van objectieve parameters toegekend, zonder voorkeur voor specifieke organisaties.

6.4 We willen steeds overwegen om als gemeente zelf te investeren in infrastructuur en deze te verhuren of in concessie te geven aan verenigingen.

6.5 Het gemeentebestuur brengt subsidiemogelijkheden voor eigen projecten in kaart en stelt subsidiedossiers op gezien de administratieve complexiteit van veel (Europese) subsidies.

SOCIAAL BELEID

Alle mandatarissen worden betrokken bij de ontwikkeling, de uitvoering en de evaluatie van het totale beleid. Het College van Burgemeester en Schepenen (CBS) draagt hierin de eindverantwoordelijkheid. Er wordt een uitgebreider communicatiebeleid uitgewerkt over het sociale aanbod van en in de gemeente.

Deze info wordt zo breed mogelijk en via verschillende kanalen verspreid, met speciale aandacht voor nieuwe bewoners en anderstaligen. We sensibiliseren vrijwilligers die we inschakelen om mee informatie te geven aan specifieke doelgroepen. Zo creëren we sterke, intense menselijke contacten

7. Gezinsbeleid

Het gezinsbeleid richt zich op het ondersteunen en versterken van gezinnen door middel van diensten en initiatieven zoals kinderopvang, opvoedingsondersteuning, gezinsvriendelijke infrastructuur, en activiteiten die de welzijn en betrokkenheid van gezinnen bevorderen.

7.1 We voorzien luiertafels in openbare gebouwen, zowel toegankelijk voor dames als voor heren. Dit kan bijvoorbeeld in mindervalide toiletten waar meer ruimte is door middel van opklapbare luiertafels.

7.2 We organiseren zelf of in samenwerking met bestaande initiatieven een speelgoed- en fiets-o-theek waar speelgoed en fietsen betaalbaar aan ouders en onthaalouders aangeboden worden.

7.3 In samenwerking met het Huis van het Kind wordt een lokaal en digitaal loket kinderopvang georganiseerd. Ouders krijgen zo een overzicht van alle beschikbare plaatsen in de gemeente terwijl de overheid tegelijkertijd over cijfermateriaal beschikt m.b.t. de opvangaanvragen.

7.4 In samenwerking met het LOK (lokaal Overleg Kinderopvang) stellen we criteria op die belangrijk zijn voor de oprichting van nieuwe opvanginitiatieven.

7.5 We houden de overlegstructuren met opvanginitiatieven, scholen en het Huis van het Kind in stand.

7.6 Ondanks de verminderde subsidietoelage door het decreet ‘Buitenschoolse opvang en activiteiten’ blijven we inzetten op de buitenschoolse kinderopvang. Waar het kan of opportuun is, werken we samen met andere organisatoren.

7.7 Het vrijetijdsaanbod en het aanbod in de kinderopvang zorgen ervoor dat kinderen, na schooltijd en in de vakantie, een leuke en leerzame tijd beleven met gevarieerde activiteiten.

7.8 Ouders met vragen kunnen terecht op het Sociaal Huis of tijdens andere activiteiten (bv. Peuterspeelpunt) bij de sleutelfiguur opvoedingsondersteuning of andere medewerkers.

8. Gezondheidszorg

Het gemeentelijk beleid omtrent gezondheidszorg omvat preventie, voorlichting en toegankelijke zorg, gericht op het bevorderen van de gezondheid van alle inwoners met extra ondersteuning van kwetsbare groepen.

8.1 We voeren een coherent beleid in de bevoegdheden gezondheid, welzijn en sociale zaken. Het lokale gezondheidsbeleid mag niet verspreid zitten over de gehele gemeentelijke administratie maar wordt zo vaak als mogelijk toegewezen aan één ambtenaar/dienst.

8.2 We maken gebruik van de beschikbare expertise van eerstelijnszorgers (BalDeMoRe) door hen te betrekken bij het uitwerken van het lokale gezondheids- en sportbeleid.

8.3 Preventiecampagnes blijven de volle steun krijgen van de gemeente en dit zowel op het vlak van communicatie als bij het ter beschikking stellen van accommodatie. Wij denken daarbij aan borstscreenings, darmscreenings, bewegen op doorverwijzing….

8.4 Als gemeente ondersteunen we ook verder de 3xG-studie (geboorte, gezondheid, gemeentes), als onderdeel van het cAt-project.  

8.5 Eén centraal informatiepunt, bv. een zorgloket ondergebracht in Sociaal Huis en/of lokaal dienstencentrum (LDC), moet ervoor zorgen dat inwoners gemakkelijk hun weg vinden in het zorgaanbod.

8.6 Aangezien het aanbod aan zorg- en hulpmiddelen zeer divers en niet gecentraliseerd is, vinden rechthebbenden vaak niet de weg tot de juiste hulp. Om hen en hun mantelzorgers hierin wegwijs te maken organiseren we in samenwerking met LDC en zijn partners regelmatig een infomoment. Dit kan eventueel via een infomarkt.

8.7 Herkenbare en voortdurende communicatie over gezondheidsbeleid op maat van iedereen moet verder op punt worden gezet.

8.8 De gemeente sensibiliseert en informeert rond het LEIF-plan (LevensEinde InformatieForum). Het LEIFplan bevat alle informatie die je nodig hebt om voor jezelf en je naasten de juiste beslissingen te kunnen nemen rond onder meer orgaandonaties, palliatieve zorg, euthanasie.

8.9 We blijven gezonde voeding promoten in de kinderopvang, scholen en gemeente. We zorgen ervoor dat onze diensten het voorbeeld geven op vlak van een gezonde levensstijl.

9. Inclusief beleid en een onbezorgde oude dag

Inclusief beleid in de gemeente bevordert gelijke kansen en toegang tot diensten voor alle inwoners, ongeacht achtergrond of beperking. Een onbezorgde dag richt zich op het creëren van een veilige en gezonde leefomgeving waar inwoners zorgeloos kunnen leven en deelnemen aan de samenleving.

9.1 De fysieke toegankelijkheid voor personen met een handicap moet een blijvend aandachtspunt zijn. Normen en regels ter zake worden strikt opgevolgd. Dit zowel voor de openbare gebouwen als bij privé-initiatieven. Hierbij kan de samenwerking met INTER (het Vlaams expertisecentrum toegankelijkheid) een ondersteuning bieden. 

9.2 Gezien personen met een beperking en senioren heel wat gemeenschappelijke uitdagingen ervaren, laten we de seniorenraad en de adviesraad personen met een handicap versmelten tot één welzijnsadviesraad. We verliezen hierbij de specifieke noden van beide doelgroepen uiteraard niet uit het oog.

9.3 Personen met een handicap en senioren nemen deel aan alle aspecten van het openbare leven. Daarom stimuleren en ondersteunen we de samenwerking tussen alle gemeentelijke adviesraden.

9.4 Knelpunten op het openbaar domein voor rolstoelgebruikers en andere personen met een handicap (slechtzienden, rollators,…) worden stelselmatig weggewerkt. Hierbij spelen de adviesraden en meldingen van burgers een belangrijke rol.

9.5 De noodzaak voor bijkomende en evaluatie van bestaande parkeerplaatsen voor personen met een handicap wordt opgevolgd alsook de controle op het misbruik van deze parkeerplaatsen. Dit geldt zeker bij de organisatie van grotere evenementen.

9.6 Opvanginitiatieven in Dessel voor personen met een beperking worden ondersteund. Dit geldt zowel voor de bestaande als voor de nieuwe initiatieven. Ook vakantieopvang voor kinderen en volwassenen met een beperking blijft een aandachtspunt.

9.7 Speelpleinen maken we in de mate van het mogelijke toegankelijk voor kinderen met een handicap zodat ook zij optimaal kunnen genieten van hun kindertijd. De aankoop van aangepaste speeltoestellen wordt stelselmatig uitgebreid.

9.8 In het gemeentelijk personeelsbeleid geven we kansen aan personen met een handicap.

9.9 We sporen Desselse organisaties aan om de European Disability Card te erkennen waardoor personen met een handicap en/of hun begeleiders zonder discussie ook kortingstarieven, voorrang in wachtrijen, vrij toegang tot toiletten, enz. kunnen krijgen.

9.10 De gemeente regisseert het aanbod van ontspanning en ontplooiing. We organiseren een nieuw ouderen behoefteonderzoek aangezien het huidige al 10 jaar oud is.

9.11 Bij de organisatie van culturele- en sportactiviteiten houden we rekening met de belangrijkste drempels waar ouderen en personen met een handicap op botsen waardoor ze niet participeren. Denk aan het tijdstip, de bereikbaarheid en de toegankelijkheid.

9.12 Via een meldpunt bij de gemeente kunnen professionele hulpverleners, maar ook buurtbewoners en mantelzorgers die vaststellen dat iemand eenzaam is dit melden. De gemeente probeert inzicht te krijgen in deze problematiek door een goede registratie van vereenzaming en haar achterliggende oorzaken. Op deze manier kan ze een passende aanpak ontwikkelen. Huisbezoeken, maar ook een telefoontje plegen zijn instrumenten om vereenzaming te detecteren en tegen te gaan.

9.13 Mantelzorgers kunnen recht hebben op een premie via de zorgkas. Het Sociaal Huis informeert mantelzorgers en helpt hen met de aanvraag indien nodig.

9.14 Senioren en personen met een beperking hebben vaak te maken met extra administratieve verplichtingen zoals aanvragen. Vaak zijn deze te complex en hebben ze daar extra hulp bij nodig. Het Lokaal Diensten Centrum (LDC) en het Sociaal Huis zetten hier extra op in. Wat betreft het invullen van de belastingbrief blijven we samenwerken met de FOD Financiën.

9.15 We zorgen voor een zorgaanbod dat inwoners de kans geeft om zo lang mogelijk thuis te blijven. Vanuit het sociaal comité blijven we voldoende maatregelen nemen om mensen bij te staan die zelfstandig thuis blijven wonen. Dit organiseren we zelf of gecoördineerd met anderen.

9.16 De Minder Mobielen Centrale (MMC) kan momenteel enkel gebruikt worden door personen met een begrensd inkomen. Via het sociaal comité kan een afwijking toegestaan worden, gerelateerd aan de gezondheid.

9.17 We kijken na of ‘mee-rij-bankjes’ een zinvol initiatief kan zijn in onze gemeente.

9.18 We hebben aandacht voor de problematiek van dementie en nemen initiatieven om een dementievriendelijke gemeente te worden.

9.19 We zetten in op een leeftijds- en mindermobielvriendelijke omgeving door o.a. zitbanken en rolstoelvriendelijke zitbanken te voorzien in de nabijheid van winkels en algemene nutsvoorzieningen.

9.20 We bepleiten dat geldautomaten en loketten ook toegankelijk zijn voor rolstoelgebruikers en geven daar zelf als lokaal bestuur het goede voorbeeld in

10. Armoede structureel aanpakken

Het gemeentelijk armoedebeleid richt zich in hoofdzaak op het verminderen van armoede door middel van inkomensondersteuning, schuldhulpverlening en het bevorderen van werkgelegenheid en scholing.

10.1 Vanuit de mogelijkheden die onze gemeente heeft, streven we naar een intrede in de arbeidsmarkt voor iedereen die kan werken.

10.2 Voor vreemdelingen is de taal het grootste struikelblok voor tewerkstelling. Wie geen Nederlands kan, leiden we naar taalcursussen. Om het Nederlands vlotter te leren ondersteunen we het Praatpunt waar de anderstalige buiten de schoolse omgeving verder kan oefenen.

10.3 De gemeente ondersteunt tevens tewerkstellingsinitiatieven van langdurig werklozen en personen met een arbeidshandicap binnen de sociale economie met het oog op doorstroming naar de reguliere economie.

10.4 De gemeente stimuleert in overleg met cultuur-, sport- en jeugdverenigingen de participatie van kansengroepen aan socio-culturele leven in de gemeente. Dit gebeurt via de toetreding tot UiTPAS Kempen en via het sociaal comité (cultuursubsidie).

10.5 De gemeente stimuleert een nauwe samenwerking tussen Huis van het Kind/OCMW en oudercomités/directies van de Desselse scholen rond steun voor leerlingen, bv. door drank- of inkomkaarten voor gezinnen in armoede. Dit gebeurt uiteraard met bescherming van de privacy van de gezinnen.

10.6 De gemeente vermijdt louter financiële bijdragen waar mogelijk en ziet vooral toe op materiële hulpverlening om zo een verspilling van financiële middelen tegen te gaan.

10.7 We blijven inzetten op de werking en de bekendheid van het sociaal restaurant.

10.8 Het brengen van huisbezoeken is belangrijk bij het opsporen van armoede en sociale ellende. Deze moeten terug opgestart worden. Deze huisbezoeken kunnen ook een middel zijn om fraude en wantoestanden op te sporen. Die info moet op een wettelijke manier benut worden zodat middelen correct ingezet en fraude bestreden wordt.

11. Vrijwilligers

In gemeentelijk beleid worden vrijwilligers ondersteund en ingezet om gemeenschapsdiensten te versterken, sociale cohesie te bevorderen en de leefbaarheid in de buurt te verbeteren.

11.1 Vrijwilligers zijn essentieel voor een warme, welvarende gemeente. We zetten dan ook waar kan zoveel mogelijk in op deze vrijwilligers. (MMC, huisbezoeken, LDC, middagtoezicht, gemachtigde opzichters,…)

11.2 We willen dat onze vrijwilligers goed beschermd zijn en zorgen voor een degelijk statuut.

11.3 We nemen de tijd om de juiste persoon op de juiste post te zetten en bieden waar nodig ondersteuning en opleidingen aan.

11.4 We informeren onze inwoners (uit verschillende doelgroepen) over de mogelijkheden om aan vrijwilligerswerk te doen.

11.5 Vrijwilligers mobiliseren voor éénmalige of kortdurende projecten blijven we ondersteunen zoals oa. bij de vaccinatiecampagne. Oproepen tot het organiseren van (nood)hulp blijven we ondersteunen.

LEVEN IN EN ROND DESSEL

Dessel is in oppervlakte één van de kleinste landelijke gemeenten in de Kempen. De slogan ‘natuulijk veelzijdig’ heeft haar reden.

Tussen de dorpskernen van centrum, Witgoor, Heide en Brasel en in het noorden vinden we voornamelijk landbouwgronden. Industrie en zandontginning is bepalend in het zuiden langs het Kempisch kanaal en het oosten is dominant natuur en bos. Een gemeente dus waar landbouw, ondernemen en natuur hand in hand gaan en elkaar zelfs versterken. 

12. Ondernemen

12.1 We brengen de leegstand van woonhuizen, handelspanden en bedrijfsgebouwen systematisch in kaart en zetten in op activering van panden om die versneld op de markt te brengen, om verkrotting tegen te gaan en de huurmarkt op te waarderen.

12.2 Via de raad voor lokale economie (vertegenwoordigd door zowel grote als kleine ondernemingen, landbouwers, handelaars, horeca…) en VOKA Kempen Oost stimuleren we een geïntegreerd beleid met overleg en afspraken.

12.3 We blijven de Dessels Kado-bon promoten om de Desselse handelaar te ondersteunen en onderzoeken of de huidige werkwijze kan verbeterd worden.

12.4 Door lokale en bovenlokale initiatieven sporen we de burger aan om meer te winkelen in eigen dorp, bv. ik-koop-lokaal;

12.5 We communiceren duidelijk en tijdig naar de lokale middenstand van werken op Dessels grondgebied, ook wat vergoedingen en steunmaatregelen betreft. Ook de andere overheden en nutsmaatschappijen sporen we aan om tijdig te communiceren.

12.6 De sociale economie via beschutte werkplaatsen en andere sociale initiatieven geven we kansen, al dan niet door het uitvoeren van taken in opdracht van de gemeente.

12.7 Aanvragen voor lokale winkels en supermarkten worden zorgvuldig behandeld. 

12.8 We stimuleren het parkeerbeleid in functie van ondernemingen en handelaarszaken. Mindervalide parkeerplaatsen krijgen voorrang dichtbij handelszaken.

12.9 We stimuleren ook het fietsverkeer door goede voorzieningen.(veilige fietspaden, oplaadpunten, stallingen, ...).

12.10 De uitbreiding van KMO-zone Stenehei wordt concreet gemaakt.

12.11 Voor de vroegere site van FBFC wordt initiatief genomen om de planologische herbestemming van de KMO-grond elders in Dessel te ontwikkelen.

13. Ruimtelijk ordening

13.1 We kiezen voor meervoudig ruimtegebruik en het delen van de ruimte. Zo kunnen sportzalen, scholen, parkings van bedrijven, na de gewone gebruiksuren worden opengesteld voor publiek gebruik. We gaan hiervoor in dialoog met alle betrokkenen.

13.2 Om de verdere appartementisering van Dessel in goede banen te leiden, hanteren we een draaiboek voor de kwaliteit van de woonomgeving.

13.3 We zetten in op het versterken van adviesraden en inspraak. De gemeente betrekt deskundige en onafhankelijke adviseurs in de Gemeentelijke Commissie Ruimtelijke Ordening (GECORO). Grote projecten worden op de GECORO besproken.

13.4 We zorgen voor een aanbod aan betaalbare, aangepaste woningen voor senioren en mensen met een handicap bij grote woonprojecten met de juiste zorg binnen handbereik .

13.5 Bij meldingen van problemen m.b.t. de woonkwaliteit zal de gemeente optreden. Eigenaars en huurders worden aangemaand om de nodige aanpassingen en herstellingen door te voeren. Bij reëel gevaar wordt de woning onbewoonbaar verklaard.

13.6 We zorgen dat onze woonbuurten leefbaar zijn. Dit doen we door het realiseren en onderhouden van pleintjes. Laanbeplantingen, plantsoenen en kerkenpaadjes worden onderhouden of aangepast.

13.7 Bij de heraanleg van onze beide dorpskernen voorzien we open ruimtes en besteden we aandacht voor vergroening. Dit ook met oog op de biodiversiteit. Voldoende zitbanken zijn hierbij zeker een aandachtspunt.

13.8 Dessel lost al een groot maatschappelijk probleem op met de opslag van het nucleair afval in het energievraagstuk. De grootschaligheid van windmolens dicht bij de woonkernen staat in schril contrast met de ontwikkelingskansen van onze gemeente. We zullen elke aanvraag dan ook zeer kritisch beoordelen.

13.9 Desselse verenigingen kunnen tegen een lage vergoeding gebruik maken van de gemeentelijke infrastructuur en Tabloo voor hun activiteiten. Gratis bestaat evenwel niet. Een kleine vergoeding creëert de nodige verantwoordelijkheid.

13.10 Bij de verkoop van bouwgronden die gemeentelijke eigendom zijn, heeft de Desselse jeugd die nog geen eigendom heeft voorrang. 

14. Leefomgeving

14.1 Via de raad voor lokale economie en de milieuraad moet ook het overleg met de Desselse landbouwers georganiseerd blijven.

14.2 We trekken de kaart van gescheiden rioleringssystemen waar nieuwe rioleringswerken zich opdringen.

14.3 De gemeente neemt maatregelen tegen de hinder van zwerfdieren. (bv. zwerfkattenproject, rattenbestrijding,…)

14.4 Het containerpark, haar werking en de gehanteerde tarieven zullen op regelmatige basis geëvalueerd worden. Het motto blijft ‘de vervuiler betaalt’.

14.5 We promoten een ‘groene gemeente’. Iedereen geniet mee van veel groen en bijgevolg gezonde lucht. We trachten de kostprijs van groenafval in te perken.

14.6 We kiezen voor een bijenvriendelijke gemeente (bloemenweide, bermen,…) en informeren onze inwoners over het waarom en moedigen hen aan mee te doen.

14.7 Sluikstorten en zwerfvuil worden streng aangepakt. Inwoners worden hiervan bewust gemaakt. Daarom stimuleren we de zwerfvuilactie (Mooi Makers) voor verenigingen en trekken we de boetes voor sluikstorten op tot het maximum.

14.8 We dringen erop aan dat de provincie de toekomstvisie van de colateur (de gracht), gemaakt door en in handen van de provincie, uitvoert. We nemen initiatieven waar nodig.

14.9 Het vellen van bomen wordt steeds gecompenseerd (ofwel via aanplanting ofwel financieel) bij voorkeur in eigen gemeente. Dit zowel op openbaar terrein als op privaat domein.

14.10 We volgen het hemelwater- en droogteplan op en dit in samenwerking met de verschillende actoren. We nemen initiatieven waar nodig.

14.11 We onderzoeken de mogelijkheid om een losloopweide voor honden te creëren op ons grondgebied of we participeren in een losloopweide elders.

14.12 We nemen de nodige initiatieven om de doelstellingen van het lokaal energieen klimaatpact zo goed mogelijk te behalen. We streven er ook naar om aan de doelstelling van het burgemeester convenant, Kempen2030, te voldoen.

14.13 We sensibiliseren de aangelanden om de grachten terug in hun oorspronkelijke staat te brengen. Een duidelijke informatie en- sensibiliseringscampagne is hiertoe noodzakelijk. 

15. Het nucleaire verhaal

Dessel is uniek door zijn nauwe verwevenheid met de nucleaire sector, wat bijzondere waakzaamheid en aandacht vereist, maar ook kansen biedt voor werkgelegenheid en fiscaliteit. De duurzame band van betrokkenheid met de nucleaire sector willen we behouden.

15.1 De gemeente volgt alle nucleaire dossiers op de voet op.

15.2 De werking van Equans en de verdere ontwikkeling van Belgoprocess willen we blijvend opvolgen.

15.3 Het partnerschap STORA is en blijft de dragende kracht tot opvolging van het ganse nucleaire dossier.

15.4 Als partner in het cAt-project (definitieve berging laagactief en kortlevend middelactief afval) nemen we onze volledige verantwoordelijkheid op tot uitvoering, naar letter en geest, van het rapport destijds door STOLA opgeteld.

15.5 De uitbouw van het communicatie- en ontmoetingscentrum Tabloo, gefinancierd door het cAt-project, moet dé hefboom zijn tot betrokkenheid van gemeente en streek bij het nucleair gebeuren. De Desselse verenigingen kunnen gebruik maken van de faciliteiten in dit nucleaire communicatiecentrum. We streven ernaar dat dit kan gebeuren tegen dezelfde voorwaarden als bij de andere gemeentelijke accommodaties.

15.6 We willen een sterke nucleaire sector alle kansen in ontwikkeling blijven geven. We stimuleren het behouden van de nucleaire knowhow in onze regio.

15.7 We blijven de tijdelijke opslag van nucleair afval belasten.

16. Verkeersveiligheid en -infrastructuur

Verkeersveiligheid is een grote zorg voor vele mensen. Vooral in de eigen straat of in de schoolomgeving. Doeltreffende verkeershandhaving is cruciaal. De gemeente moet de veiligheid en kwaliteit van de infrastructuur waarborgen en is bij nalatigheid aansprakelijk. Verwaarloosde infrastructuur moet altijd worden vermeden.

16.1 Systematisch worden stoepen- en fietspaden, maar ook wegen hersteld door heraanleg of asfaltering, afhankelijk van de toestand. Prioritaire aandacht gaat steeds naar die fiets- en voetpaden die er het slechtst aan toe zijn.

16.2 Ook bestaande parkeerplaatsen worden op geregelde tijdstippen geëvalueerd en waar nodig verplaatst of vergroend.

16.3 Het mobiliteitsplan wordt verder afgewerkt en uitgevoerd.

16.4 Gevaarlijke kruispunten worden heraangelegd of voorzien van de nodige signalisatie om het gebruik ervan veiliger te maken. Gevaarlijke oversteekplaatsen en zones worden aangepakt met de invoering van zone 30 of 50 en de nodige zebrapaden om veilig over te steken. De infrastructuur dient aangepast aan de gewenste snelheid.

16.5 Het fietspad en riolering richting Retie aan het Campinastrand wordt aangepakt.

16.6 Meer verplaatsingen met de fiets vergen ook degelijke fietsenstallingen in de buurt van marktpleinen en openbare gebouwen. Ter bevordering van het gebruik van de fiets worden fietsenstallingen onderhouden en waar nodig uitgebreid.

16.7 We roepen de scholen op om in samenspraak met hun oudercomités vormen van carpooling en in groep naar school fietsen te organiseren. Zo kunnen ouders uit de buurt samenwerken om hun kinderen zo veilig mogelijk naar school te brengen.

16.8 In het kader van verkeersveiligheid houden we toezicht op het naleven van de wettelijke voorschriften van beplantingen en omheiningen op kruispunten en dit zowel op openbaar als privaat domein.

16.9 We blijven de weg bewandelen van elektronische aanduidingen om de weggebruiker aan te sporen tot een verantwoord rijgedrag. We geven extra aandacht aan het onderhoud en signaleren van oversteekplaatsen.

16.10 Waar preventie niet volstaat, wordt gecontroleerd en gesanctioneerd.

16.11 We kiezen in functie van de veiligheid in het algemeen voor functionele openbare verlichting en de verdere uitvoering van het verLEDdingsplan die de flexibiliteit ten goede komt.

16.12 Als gemeente Dessel schakelen we onze buurgemeenten mee in om de N118 versterkt te krijgen (ontsluiting Geel en Retie) en werken we mee aan de verbinding N18-N118 waardoor het doorgaand zwaar verkeer uit de dorpskern kan geweerd worden.

16.13 Om doorgaand zwaar vrachtverkeer vanuit Postel door de centra van Witgoor en Dessel te bannen, moeten we overleg plegen met andere overheden. De verkeersverwikkelingen dienen hier grondig bekeken te worden met aandacht van de leefbaarheid van onze dorpscentra.

16.14 We promoten het STOP-principe (eerst Stappen, dan Trappen, vervolgens Openbaar vervoer en dan Personenwagens). Dit betekent ook dat er gewerkt moet worden aan zwarte punten voor voetgangers en fietsers. Maar ook dat in sensibiliseringscampagnes aandacht geschonken moet worden aan de rechten en plichten van de zwakkere weggebruiker.

16.15 We onderzoeken of een fietsparcours kan uitgebouwd worden waar mensen hun fietsvaardigheden kunnen oefenen. Het gebruik van de fiets (elektrisch of niet) zal toenemen en verdient regelmatig oefening of hulp om onzekerheden over het gebruik te overwinnen.

16.16 De mogelijkheden om gebruik te kunnen maken van een verkeerspark, zowel door de scholen maar ook door particulieren in kader van een rijopleiding, moeten bestudeerd worden.

16.17 Zwarte punten voor voetgangers en fietsers moeten in Dessel verdwijnen. Vandaar dat we starten met deze duidelijk in kaart te brengen en voor elke situatie diverse oplossingen te evalueren. Het zal nodig zijn prioriteiten te stellen en te kiezen voor eenvoudige maar doeltreffende oplossingen. Samen met de Desselaars moet een meerjarenplanning worden opgemaakt.

16.18 In straten en omgevingen die niet uitgerust zijn om uitgebreid door vrachtverkeer gebruikt te laten worden, onderzoeken we oplossingen of alternatieven. Dit gebeurt samen met alle betrokkenen.

16.19 Overdreven snelheid of door het rode licht rijden, komt de verkeersveiligheid niet ten goede. Voortdurende controles op snelheid en flitspalen zijn middelen om dit te ontraden. Globale resultaten van metingen worden aan de Desselaar meegedeeld. 

16.20 Bij grote infrastructuurwerken ontstaan gevaarlijke situaties wanneer kranen of vrachtwagens veel openbare ruimte in gebruik nemen. We werken een beleid uit rond een goede werfinrichting en vaste verkeersomleggingen moeten in de vergunning opgenomen worden. De aannemers moeten meer verantwoordelijkheid nemen om zwerfvuil op hun werf te vermijden.

LEREN EN SPELEN

Een gemeente is een levende gemeenschap waar jong en oud zich thuis moeten voelen. Waar je gevormd wordt en jezelf kan zijn. Waar je je talenten kan ontwikkelen en creatief voor de dag kan komen. Kortom, waar je je goed voelt

17. Kwaliteitsvol onderwijs

17.1 We voorzien een kwaliteitsvolle nieuwbouw voor GBS De Meikever. Het schoolteam blijft nauw betrokken bij de opmaak en uitvoering van de plannen.

17.2 Door overleg tussen de directies van de verschillende onderwijsnetten worden op basis van demografische gegevens afspraken gemaakt rond capaciteit en inschrijvingsprocedure.

17.3 In het deeltijds kunstonderwijs blijven we een aanbod geven aan de Desselse jeugd op lagere schoolleeftijd. We ijveren ervoor dat het aanbod uitgebreid kan worden. Na de bouwwerken in Witgoor wordt bekeken of daar een afdeling beeldende kunst kan ingericht worden.

17.4 In samenwerking met de lokale politie, de gemeentelijke gemachtigd opzichters en alle scholen werken we verder aan een verkeersveilige schoolomgeving, zoals bij het Octopusplan.

17.5 Als gemeente blijven we tussenkomen in de kosten van het middagtoezicht en in het vervoer naar het zwembad voor alle scholen van Dessel, dus ook voor De Weg-Wijzer en De Zevensprong.

17.6 De scholen krijgen kansen om kinderen in contact te brengen met de maatschappij via bibliotheek, verenigingen, cultuursector, … of door de eigen deuren eens open te zetten.

18. Gemeente als samenhangende gemeenschap

18.1 Het verenigingsleven wordt ondersteund met infrastructuur, logistieke steun, informatiedoorstroming, gratis advies inzake administratieve verplichtingen en een gepaste subsidiëring. In subsidiereglementen koppelen we subsidies aan kwaliteit.

18.2 De openbare ruimte is van iedereen. Speelpleintjes en perken zijn ontmoetingsplaatsen. De speeltoestellen en zitelementen worden gecontroleerd en onderhouden. Er wordt met de aankoop van speel- en zitelementen ook rekening gehouden met minder mobiele personen. Fitnesstoestellen, speeltuigen, rustbanken, … integreren we in de publieke ruimte.

18.3 Via adviesraden houden we contact met het verenigingsleven. We erkennen de netwerkfunctie van adviesraden en gaan met hen in dialoog over ‘vrije tijd’ in de gemeente. We zetten in op het behouden van de bestaande adviesraden en om deze op een moderne manier levendig te houden.

18.4 Burgers krijgen de kans om hun stem te laten horen via adviesraden, werkgroepen, participatietrajecten, …, via digitale toepassingen of tijdens informatiemomenten bij grote projecten.

18.5 We stimuleren verenigingen om hun maatschappelijke rol op te nemen. Bijvoorbeeld door een extra toelage voor gevormde begeleiders, duurzame renovatie van lokalen, subsidie voor gebruik van recycleerbare bekers,...

18.6 We zetten in op kwaliteitsvolle en toekomstgerichte infrastructuur. We investeren daarvoor in de nodige basisinfrastructuur en hebben oog voor specifieke lokale noden.

18.7 De infrastructuur en organisatie van voorzieningen (PC Witgoor, Kristoffelzaal) die zonder winstoogmerk worden uitgebaat worden actief ondersteund vanuit de gemeente.

18.8 De ruimte en infrastructuren voor vrije tijd moeten veilig zijn. De gemeentediensten hebben een begeleidende, adviserende en controlerende rol voor (brand)veiligheid en inbraakpreventie, maar ook voor evenementenvergunningen en andere aanvragen. De werking van het aanvraagplatform (evenementenkluis) wordt blijvend geëvalueerd.

18.9 Veiligheid is essentieel. De overheid moet de veiligheid van alle burgers waarborgen en onveiligheid radicaal aanpakken. Dit vereist niet alleen meer politie op straat, maar ook verantwoordelijkheid van burgers. Oorzaken van onveiligheid moeten worden aangepakt via preventie op alle niveaus: onderwijs, werkgelegenheid, armoedebestrijding, huisvesting en openbaar domein. Als preventie faalt, moeten politie en justitie ingrijpen als efficiënte bestrijders van criminaliteit en beschermers van slachtoffers.

18.10 Het Nederlands machtig zijn is de sleutel tot het succesvol en sociaal opgroeien. We moedigen anderstalige gezinnen aan om thuis ook Nederlands te spreken. Via het Sociaal Huis leiden we inwoners die het Nederlands nog niet helemaal machtig zijn toe naar het Praatpunt en andere activiteiten in de vrijetijdssfeer. Vrijetijdsactiviteiten bieden de ideale gelegenheid om het Nederlands te oefenen en zich op een laagdrempelige manier mee te integreren in de lokale gemeenschap.

19. Een gemeenschapsvormend cultuurbeleid

19.1 In samenwerking met andere partners (vzw Toendra) wordt in Tabloo een cultuuraanbod voorzien waarvoor de gemeente financieel tussenkomt.

19.2 We overleggen intens met de beide kerkfabrieken (Sint-Niklaas en Heilige Familie) en het bisdom over de toekomst van de kerkgebouwen en hun gebruik.

19.3 We benadrukken het belang van amateurkunsten door Desselse kunstenaars optimale kansen te geven: tentoonstelling in o.a. De Plaetse, plaatsen van kunstwerken op openbaar domein, betrekken van muziekgroepen bij gemeentelijke activiteiten, enz.

19.4 Er wordt aandacht geschonken aan artistieke evenementen en de vorming van cultuur (bij kinderen en jongeren) in het vrijetijdsaanbod.

19.5 We hebben aandacht voor onze eigen artistieke geschiedenis (bv. Karel Ooms).

19.6 Het jaarlijks Graspop Metal Meeting (GMM) festival steunen we en de gemeente werkt er aan mee om dit in zo optimaal mogelijke omstandigheden  te laten plaatsvinden. We verlenen onze medewerking om GMM in Dessel te houden.

19.7 De gemeente neemt initiatieven waar nodig, organiseert en coördineert om bestaande, lokale feestelijkheden overeind te houden. We denken aan de kermissen, Dessel Swingt, culturele markten en evenementen, rommelmarkten, enz.

19.8 Het feest van de Vlaamse Gemeenschap op 11 juli wordt op een eigentijdse en op verschillende manieren gevierd. Het is een feest van en voor de mensen. De buurtfeesten en -barbecues nemen daarin een belangrijke plaats en worden ondersteund met een subsidie.

19.9 De werking van de bibliotheek op interlokaal niveau (Stuifzand) wordt verder vorm gegeven.

19.10 We blijven investeren in een bibliotheek als basisdienst voor elke burger: een laagdrempelige plek waar iedereen toegang krijgt tot informatie en cultuur. 

20. Een sterk toeristisch imago

20.1 De gemeentelijke adviesraad voor toerisme is de draaischijf om de verschillende actoren rond de tafel te brengen en initiatieven te nemen.

20.2 De gemeente blijft investeren in fiets-, wandel- en ruiterroutes.

20.3 Het aantrekkelijk houden van onze gemeente voor doortrekkende of verblijvende toeristen is van groot belang voor de lokale economie en gemeenschapsontwikkeling. Rustbanken en picknickmogelijkheden zijn hierbij verder te realiseren, zeker ook in de centra van onze dorpskernen.

20.4 We onderhouden de toeristische activiteiten voor dagjestoeristen en eigen Desselaars: bezoek Sas4-toren, Pagadderpad, picknick, bunkerwandeling, Drakenwandeling, Happen en stappen, …

20.5 We blijven investeren in goede toeristische promotie, zowel via publicaties en website als door het inzetten van personeel en vrijwilligers.

20.6 Het Campinastrand, dat in erfpacht is, dient ook hoge kwaliteitsnormen na te streven. Jaarlijkse investeringen zijn noodzakelijk. Hiertoe worden bindende afspraken gemaakt.

20.7 We zorgen er voor dat er in Dessel een gevarieerd aanbod van kampplaatsen voor jeugd-, cultuur- en sportverenigingen blijft bestaan. Als gemeente dragen we in eerste instantie zorg voor OC Tijl4, maar investeren we ook in jeugdinfrastructuur van de Chiro’s die op hun beurt kampplaatsen kunnen aanbieden.

20.8 Om de uitstraling van de horeca te verhogen, werkt de gemeente een uniform en duidelijk terrassenbeleid uit. Hiervoor investeert de gemeente in een kwaliteitsvolle publieke ruimte, in het bijzonder voor markten en pleinen, met duidelijk afgebakende terraszones. Horeca-uitbaters krijgen ook de mogelijkheid om bij evenementen (zoals kermissen) hun terrassen tijdelijk uit te breiden.

20.9 De gemeente denkt proactief na over de herbestemming van uitgeputte zandwinningsputten.

20.10 We blijven inzetten op de verbroedering met Hessisch Lichtenau. Ook de uitwisseling van de scholen wordt blijvend aangemoedigd.

21. Sport voor allen

21.1 Doorheen het jaar voorzien we een gevarieerd sportaanbod voor verschillende doelgroepen en leeftijdsgroepen. Om kinderen op jonge leeftijd reeds een sportcultuur mee te geven worden sportactiviteiten geïntegreerd in het vrijetijdsaanbod.

21.2 We schenken veel aandacht aan het optimaal houden en onderhouden van de gemeentelijke sportinfrastructuur.

21.3 Onze sportverenigingen moeten voldoende mogelijkheid hebben om hun eigen infrastructuur te kunnen behouden of uit te breiden.

21.4 Voor bepaalde investeringen is Dessel te klein. Daarom wordt de samenwerking met buurgemeenten verdergezet, en waar kan versterkt, zodat Desselaars de daar aanwezige sportinfrastructuur onder gunstige voorwaarden kunnen benutten, zoals voor zwemmen.

21.5 De gemeente Dessel heeft de ambitie een voortrekkersrol te blijven vervullen in de G-sport.

21.6 Sportsubsidies (Vlaamse gemeenschap en aangevuld door de gemeente) moeten steeds kritisch toegekend worden. Kwaliteit in de opleiding en begeleiding staat hier voorop. Professionalisering is noodzakelijk, maar duur. Daar zetten we dan ook op in.

22. De opgroeiende jeugd

22.1 Kinderen en jongeren hebben ruimte nodig om te leven. Daarom wordt geïnvesteerd in ruimte: jeugdhuizen, speelpleinen, sportterreinen, culturele activiteiten, een uitgebreid vrijetijdsaanbod, …

22.2 De gemeente investeert mee in de herlocatie van JG Scharnier en de nieuwbouw van Chiro Dessel.

22.3 De gemeente heeft blijvend oog voor de veiligheid in het algemeen en de (brand)veiligheid in het bijzonder van de jeugdlokalen. De gemeente houdt hierover informatie- en sensibiliseringsacties.

22.4 Jeugdverenigingen zijn zinvol in de opvoeding van jongeren tot verantwoordelijke burgers. Zij verdienen dan ook een uitgebreide ondersteuning. Die kan zich situeren op financieel of op logistiek vlak.

22.5 OC Tijl4 aan de Boeretangsedreef is een kampplaats voor jongeren. Deze kampplaats wordt in overleg uitgebaat met andere kampfaciliteiten in de buurt.

22.6 De jeugdraad is promotor van het fuifcharter ‘Verstandig uit de bol’.